ALUMNI

Ik wilde graag gitaar leren spelen. Al snel werd duidelijk dat ik met die dikke vingers geen flitsende solo’s onder de knie kon krijgen. Daarnaast werd net zo snel duidelijk dat ik als regelneef veel meer in mijn mars had. Zodra het je lukt om een extra kratje bier te regelen voor de terugweg word je bij zalen voorgesteld als ‘onze tourmanager’. Van techniek had ik geen verstand, al mocht ik ook nog enige tijd, a-ritmisch, de lichttafel bedienen. Dat deed ik allemaal erbij naast een fulltime baan, zoals iedereen in de Nederlandse muziekindustrie begint. In 2002 verhuisde ik naar de bureaukant bij SOZ Concerts en was ik manager, boeker en uitgever. Van Bert van Aefst en Pieter van Bodegraven leerde ik de kneepjes van het vak. Met characters als Denvis, Rudeboy en Dikke Dennis was het nooit saai. Het managen van creatieve onvoorspelbare artiesten was andere koek dan een portfolio runnen in het bedrijfsleven. Learning the hard way!

Na vijf jaar SOZ Concerts verhuisde ik voor korte tijd naar de andere kant van de tafel. In Tilburg werd ik Hoofd Programma en Marketing bij 013 en dat was een succesvolle periode. We braken het bezoekersrecord en de samenwerking met de NS werd gewaardeerd met een IJzeren Podiumdier als beste marketingactie. Ook de cijfers gingen van rood naar zwart, maar ja…directeurtje vond ’t lastig dat het operationele managementteam zo goed samenwerkte. Dat liep niet goed af, of misschien voor mij ook wel. Ik verhuisde weer terug naar de oude leest en viel met de neus in de boter. Ik leerde twee Tilburgse artiesten kennen waarmee ik flink aan de slag kon.

Met Fabian Bohn (Brennan Heart) heb ik vijf jaar zeer intensief samengewerkt. Hardstyle…ik kende het van mijn tijd bij 013, maar het was niet mijn cup of tea. Op persoonlijk en zakelijk vlak vonden Fabian en ik elkaar en hebben we flink kunnen sleutelen aan zijn muziek, carrière, label en platform. Vaak tegen de wind en gevestigde orde in. Het was echt vechten en hard zaken doen, soms tot in de rechtszaal en we kwamen er niet zonder kleerscheuren af. Platendeals, verblijfsvergunningen, withholding tax, naburige rechten; alles ging op de schop. Langzaam braken we de muren af en bouwden we aan een betere toekomst voor de artiest, inclusief het werken met een strategie en plan.  Met een klein team hebben we in Oirschot prachtige successen mogen behalen, ook met onze Australische producers zoals Code Black, Outbreak en Toneshifterz. 

De andere Tilburgse artiest was Destine. Ik leerde hen kennen aan de bar van de kleine zaal van 013 en kort daarna zat ik elke maandagavond in het Destinehuis aan de Koopvaardijstraat. De bandleden kookten voor mij en ondertussen voorzag ik hen van advies. De beste en meeste gezellige deal van mijn leven. Na een jaar lang business-bami op maandag hebben we er toch maar een officiële samenwerking van gemaakt. We hebben mooie avonturen beleefd en de wereld over gereisd, met veel drank en wilde taferelen. Dat klinkt leuk, maar er werd ook keihard gewerkt en flink geïnvesteerd. Van hen leerde ik dat je iets écht moet willen en daar alles voor opzij moet zetten, ook principes en spaarcenten. All the way!
Inmiddels werk ik meer dan tien jaar met hen samen, al is Destine in een mooie winterslaap en zorgen een aantal bandleden voor nieuwe energie met The Dirty Daddies.

Van zowel Brennan Heart (Evolution of Style) als Destine (Footprints – A Year in the Life) zijn mooie documentaires verschenen, die zowel in bioscoop als op tv zijn vertoond. 
Je moet goed kijken om mij te ontdekken. Als manager past een positie achter de gordijnen. Die krijg ik met mijn dikke vingers nog wel dicht.

 

Auteur:
Wilfried Damman

Biografie:
Wilfried Damman is muziekondernemer, schrijver en sportliefhebber

foto auteur