VLAAMSE REUZEN

Meer dan een decennium geleden was ik zakelijk verantwoordelijk voor programma en marketing van 013. De creatieve kant liet ik graag over aan rasprogrammeurs zoals Japi Roelofs en Joep Smeets, die veel dieper in de muziek zaten. Het beheer van de zakelijke kant was me op het lijf geschreven. Ik was sterk gespitst op mijn netwerk, zoals de contacten met bestaande partners als Mojo, The Alternative, Friendly Fire en Agents after All. Daarnaast was ik operationeel verantwoordelijk voor de danceprogrammering, want in het team zat niemand met kennis over commerciële electronische muziek. Juist, een boertje uit Dalfsen die even de gebraden haan gaat uithangen over techno, R&B en deephouse. Op die momenten is netwerk king en ik prijsde me gelukkig met een paar mensen die me de juiste tips influisterden en aan betrouwbare contacten hielpen. Zakelijk trok ik de afspraken strak en op die manier waren we inhoudelijk misschien niet het meest vernieuwende podium, maar werd er wel geld verdiend om te investeren in nieuwe concepten en talentontwikkeling.

Op het vlak van talentontwikkeling trok ik de stoute schoenen aan. Met de profilering van Tilburg Muziekstad en de Rockacademie als educatief baken (met Bertus Borgers aan het roer) leek het mij logisch dat de Muzikantendag naar Tiburg moest komen. Ik had een paar jaar eerder op de Popkomm in Berlijn al kennis gemaakt met Jerney Kaagman en de soep op het vuur gezet. Na een paar goede gesprekken en stevige lunches waren ook Richard Zijlma en Karsten ter Hoeven overtuigd en ging ik in de stad met de pet rond om de begroting te dekken. Om het verhaal rond te breien sloten ook het NPI (Nationaal Pop Instituut, met Robbert Tilli) en MTV Brand New Live (met Michel Penders) aan om de dag af te ronden met een nieuw festival met een scherpe dwarsdoorsnede aan nieuwkomers, waaronder Moke, Le Le en Kubus & BangBang.

Bij de tweede editie ontstond het idee om de Zuiderburen bij het gebeuren te betrekken. Onder noemer ‘Vlaamse Reuzen & Hollandse Leeuwen’ ontstond een soort interland maar dan met vredelievende muziekliefhebbers, die, met de wetenschap van vandaag, een flinke schaal dampende frieten met steak bearnaise kregen opgediend. De Nederlandse eer werd verdedigd door onder meer Giovanca, De Staat, ZZZ en Kyteman, maar de Vlamingen gloreerden met onder meer Das Pop, Balthazar en Triggerfinger.

Triggerfinger. In 2004 duwde hun boeker Peter Verstraelen mij op Eurosonic een groene CD in handen. Ga dit maar eens luisteren als ge terug op kantoor bent. Ik vond het heel toffe songs, maar mijn collega’s stonden niet te springen om een nieuwe buitenlandse artiest. Ik liet Peter weten dat we er niet aan gingen beginnen. Drie jaar later had ik spijt als haren op mijn hoofd. Peter Pan Speedrock ging hun nieuwe album ‘Pursuit Until Capture’ presenteren in een leegstaande hal naast het Klokgebouw. In die tijd stond driekwart van de gebouwen leeg en dit leek gebiedskenner Leo Hoeksema een perfecte plek voor een bijzondere CD-release-party. Bijzonder werd het zeker, met wilde taferelen langs het spoor en door het gebouw dolende bezoekers (een soort verstoppertje voor volwassenen met een sappie op).
Voor mij was de avond al geslaagd na het voorprogramma. The hammer. Man, wat kwam dat binnen. De intensie, de genadeloze sound, de hooks, de riffs en de moordende energie….zo moet het zijn. Met kloten. Een jaar later walsde de band met speels gemak 013 omver. Als een ploeg trok Triggerfinger over de akker. Ik belde Eric Didden of de mannen interesse hadden om op Paaspop een speciale sessie te doen voor Jack Daniel’s. ‘Geen probleem, zeg maar waar en hoe’. Heeft u wel eens een drummer op het merk Kliko zien en horen spelen? Mario deed het. Op een plastieken afvalcontainer dus.
Nog steeds begroeten we elkaar hartelijk wanneer we elkaar zien en spreken, zoals een tijdje terug in Lierop. Van Horik brengt mensen samen.

In de loop der jaren heb ik met veel plezier met een bonte verzameling muzikale zuiderburen gewerkt. Aan de zakelijke kant met artiesten, producers, labels, boekers, uitgevers en promotors, met collega-managers, variërend van indie en hardrock tot EDM en hardstyle. Het is vaak gezellig en amicaal, te beginnen met een pintje bij de lunch. Zeker als richting de avond de gesprekken met Eric Didden over Cercle en Josip Weber gaan of met Jef Verheijen over KRC Genk. Meer kennis van voetbal dan de Nederlandse managers; het mag gezegd worden.
Door de jaren heen heb ik artiesten van diverse pluimage in verschillende omstandigheden meegemaakt. Meestal in de backstage van een zaal of een festival, maar gelukkig ook vaak als bezoeker in de zaal. Ik was er vroeg bij met het enthousiasme voor Soulwax en Oscar & The Wolf, en pas later bij dEUS. Dat zie je terug in de songkeuze in mijn Vlaamse playlist. Soms duurt het wat langer voordat de frank valt, en soms valt het doek al eerder. Luister eens naar de onvolprezen Jan de Campenaere, die onder de naam Venus in Flames prachtwerk afleverde. Hetzelfde geldt voor Thomas Oosterlynck (Amongster) en Tommy Gontie (Garci Goodbye).

In het donker groeien de mooiste bloemen, ook in Vlaanderen.

Auteur:
Wilfried Damman

Biografie:
Wilfried Damman is muziekondernemer, schrijver en sportliefhebber

foto auteur