ZWOLLE

Een aantal weken geleden vertelde ik over de plek waar ik geboren ben. Dalfsen, buurtschap de Steernbosch. Een plek met veel ruimte, gras, akkers, maar weinig scholen. Na de lagere school zat er weinig anders op dan dagelijks 17 kilometer heen, en 17 kilometer terug, naar Zwolle te fietsen. Nu zijn er elektrische fietsen; toen trapten we de kilometers op eigen kracht weg op een Union, Gazelle of Batavus. Als het meer dan 10 graden vroor werden we gebracht of gingen we met de bus, al was die ook pas na 4 kilometer bereikbaar. Net als de trein.
Zwolle, de grote stad. Met veel bijdehandte types in de klas. Even wennen, maar boeren laten zich niet de kaas van het brood eten. Overigens aten we niet altijd de bammetjes op. In de grote stad zijn er frituurboetieken op elke straathoek. Moby Dick, La Bamba en Hollandia hadden goede klanten aan ons. Of we haalden er een baal shag. Drum, Samson, Javaanse Jongens; het lijken merken uit vervlogen tijden. Roken mocht toen gewoon in de kelder onder het schoolgebouw en daar stond ook een indrukwekkende muziekinstallatie. In de pauzes en tussenuren knalden daar de hits uit de speakers, geselecteerd door de happy few. Samen met een paar vrienden was donderdag onze vaste draaidag. De term eclectisch was nog niet in zwang, maar dekt met terugwerkende kracht grotendeels de lading. Veel nieuwe en onbekende muziek, live opnamen, mixtapes, eigen mixen. Ons aanzien in de school steeg tot ver boven zeeniveau.

Hedon en Zwols Popfront waren de plekken voor livemuziek. Soms was ook Herman Brood (Zwollenaar van geboorte) nog te zien in de fameuze X-ray. Daarnaast waren De Doctor, Vergane Glorie, Irish Inn en De Singel echte muziekplekken in de stad. Tastemakers en curatoren in die tijd. Bij een voorronde van de Grote Prijs van Nederland zag ik de Heideroosjes in een vroeg stadium. Elke week zag je livemuziek, zonder dat je altijd van te voren wist welke band er speelde.
Met de opmars van The Prodigal Sons was er sprake van de Zwolse gitaargolf. Erwin Nyhoff legde veel energie in zijn gitaarspel en met You Still Think plaveide hij de weg naar Pinkpop en SXSW. Met Gerrit Veldman en Marco Hovius had hij ijzersterke (en eigenzinnige) sologitaristen aan zijn zijde. Beiden combineerden de grilligheid en virtuositeit van Jimi Hendrix en Stevie Ray Vaughan in hun spel en hadden meer ruimte nodig. Waar Gerrit met Sweet Jane en The Veldman Brothers zijn weg vond in rock en blues, ontwikkelde Hovius zich vooral als songwriter en producer. Met 16Down maakte hij een ijzersterke plaat (Headrush) met radiohits als Subtle Movements en Heaven Still Cries. Na het tweede album viel de band uit elkaar en ontstond onder meer The Horse Company, dat drie mooie indie-gitaarplaten afleverde.
Vanuit de jongere garde waren en zijn Bertolf Lentink en Bauke Bakker (Soundsurfer, Cool Genius) bepalende muzikanten in Zwolle. Met eigen werk en albums hebben zij mooie successen weten te boeken en de laatste jaren verkopen ze zalen uit met Her Majesty.

In de VPRO-reeks ‘Muziekstad’ wordt Zwolle gepositioneerd als hiphopstad. In de succesjaren van Opgezwolle (2003-2008) was dat een terechte benaming en het gras begint weer te groeien. Met ‘Het Mooiste Komt Nu’ leverden de oude meesters Kubus & Sticks recent nog een drie-sterren-Librije-plaat af. En is er nu een verzamelplek met De Beatbox, waar talent gebruik kan maken van faciliteiten. 
Het echte gevoel komt van de mensen met de oren en het hart. Onlangs wandelde ik op een warme zomerdag met mijn goede vriend Paul van ’t Veer langs de uiterwaarden van de IJssel. Hij is al dertig jaar betrokken bij hiphop in Zwolle en de spin-in-het-web, zonder daarmee overdreven te koop te lopen. Op de terugweg in de auto nam hij de regie over de audio en knalde de nieuwe lichting uit de speakers met Zero, Frodeau en Tomson. In dertig minuten werd ik bijgespijkerd over de actualiteit en de nieuwe spelers op het Zwolse gras. Chroniqueur au coeur.

Er is meer in Zwolle. Een electronische producer als Mischa Daniels draait al jaren mee en nieuwe talent als Naber maakt snel naam, mede door de goede ondersteuning van Hedon en Hedon produktiehuis. En gelukkig zijn de gitaren nooit ver weg in Zwolle. Naast Paceshifters weet ook Money & The Man er flink op te knallen. De rol van de onvermoeibare muziekondernemer Frank Satink (Goomah Music) valt daarbij niet te onderschatten.
Zelf ben ik weer vaker te vinden in Zwolle als manager van Tangarine. Met Arnout en Sander Brinks heeft de stad twee nieuwe inwoners gekregen die echt iets toevoegen aan het muzikale spectrum van de stad. Als artiest en componist, maar vooral in de manier waarop je je als artiest kunt ontwikkelen en vernieuwen door samenwerkingen op te zoeken. . Met producer Gordon Groothedde is er een nieuwe sound ontwikkeld die perfect aansluit bij de stemmen van de tweelingbroers en hun unieke kracht maximaal etaleert. Gaat dat zien, en vooral horen! 27 oktober in Hedon, ik zeg het maar even.

Auteur:
Wilfried Damman

Biografie:
Wilfried Damman is muziekondernemer, schrijver en sportliefhebber

foto auteur